De saxofoon is in 1841 uitgevonden door de Brusselse instrumentenbouwer Adolphe Sax. De saxofoon wordt gerekend tot de houten blaasinstrumenten, omdat het instrument met een enkel houten riet wordt bespeeld; de rest van de saxofoon is echter van metaal. Adolphe Sax bouwde zijn instrument in verschillende groottes, zodat we nu beschikken over de sopraansaxofoon, de altsaxofoon, de tenorsaxofoon en de baritonsaxofoon. Hoewel sommige componisten erg onder de indruk waren van de klank van de saxofoon, is er aanvankelijk maar weinig muziek voor het instrument gecomponeerd. Wel kreeg de saxofoon een plaats in het harmonieorkest. Rond 1920 werd de saxofoon steeds populairder, nadat jazz-muzikanten het instrument gingen gebruiken. Tegenwoordig wordt de saxofoon ook in de popmuziek gebruikt. Heel bekend is de nederlandse saxofoniste Candy Dulfer. Thans heeft de saxofoon een vaste plaats in de harmonie- en fanfareorkesten. Ook is veel muziek voor saxofoonkwartet, waarin sopraan-, alt-, tenor- en baritonsaxofoon samen spelen.

Een nieuwe altsaxofoon kost ongeveer 590 Euro, een nieuwe tenorsax kost ongeveer 950 Euro. Daarbij komen dan de rieten, die regelmatig vervangen moeten worden. Een riet kost 2,30 Euro per stuk. Een saxofoon kun je ook huren: voor beginnende saxofonisten een interessante mogelijkheid!

De saxofoonlessen worden indien mogelijk gegeven als groepslessen (zie dwarsfluit). Docent is Wilbert Sleumer.